Terug

Verslag Overleg Minister Vandenbroucke en VBVD over de Conventie Eetstoornissen

Op 1 februari 2024 trad de conventie voor eetstoornissen in werking. In het kader van deze conventie vond op 23/9 een overleg plaats tussen minister Frank Vandenbroucke en vertegenwoordigers van de VBVD, Kris Gillis en zelfstandig diëtiste Annelies Van Driessche. Tijdens dit overleg werden de implementatie van de conventie en de zorgen van diëtisten omtrent de werking ervan uitvoerig besproken.

Overzicht van huidige stand van zaken

Het RIZIV gaf een overzicht van het aantal geconventioneerde psychologen en diëtisten per provincie. In Vlaanderen zijn er momenteel gemiddeld 5 tot 7 geconventioneerde diëtisten per provincie, met uitzondering van West-Vlaanderen, waar er 15 diëtisten actief zijn. Hoewel er gegevens beschikbaar zijn over het aantal diëtisten, ontbreken er gegevens over de specialisatiegraad van deze diëtisten op het gebied van eetstoornissen. Diëtisten met minder ervaring kunnen ondersteuning krijgen van VZW Eetexpert en MAST-teams.

Daarnaast werd besproken dat er geen informatie is over de sollicitatieprocedure per provincie. Een werkbezoek van de minister aan West-Vlaanderen, waar aanmeldingen vlotter verlopen, zou mogelijk meer duidelijkheid kunnen brengen.

Begeleiding en verloning

Een belangrijk punt dat door de diëtisten werd aangehaald, is de wens om het aantal uren begeleiding binnen de conventie flexibeler en autonoom te verhogen. Het huidige aanbod van 8,5 uur begeleiding per cliënt is volgens diëtisten onvoldoende om een volledig behandeltraject te doorlopen, gebaseerd op het Nutrition Care Process en het draaiboek van Eetexpert. Daarbij komt dat het uurtarief van €56 lager ligt dan het gangbare tarief van €65 tot €70 in Vlaanderen.

De cruciale rol van de diëtist

De rol van de diëtist in het herstelproces van eetstoornissen werd benadrukt, met speciale aandacht voor de psychologische aspecten en het lichamelijk herstel. Diëtisten spelen een cruciale rol in de fase van lichamelijk herstel, wat noodzakelijk is om de psycholoog in staat te stellen te werken aan de onderliggende psychologische thema’s. Deze fase is mentaal zwaar voor cliënten, die dan ook psychologische ondersteuning krijgen van de begeleidende diëtist. De samenwerking met psychologen en somatische teams is gedurende het hele traject essentieel, met extra aandacht voor het betrekken van de familie en het zorgteam.

Toegankelijkheid en zorg op maat

Ondanks dat alle betrokken partijen de conventie ondersteunen, werd er bezorgdheid geuit over de toegankelijkheid van de zorg voor de meest kwetsbare groepen. Vaak maken juist mensen die de zorg kunnen betalen, gebruik van de diensten. Er werd voorgesteld dat huisartsen zouden kunnen bijdragen aan het bereiken van de juiste doelgroep.

Daarnaast werd het belang erkend van multidisciplinaire trajecten waarin diëtisten een prominente rol spelen. Er is een mogelijkheid om de begeleiding flexibeler in te richten, afhankelijk van de noden van de cliënt op dat moment. Groepsbegeleiding kan een waardevolle aanvulling zijn op individuele begeleiding, omdat het zowel peer-ondersteuning biedt als financieel aantrekkelijk is voor diëtisten.

Specialisatie binnen de conventie

Er werden ook vragen gesteld over de noodzaak van een onderscheid tussen ‘basis’-diëtisten en ‘gespecialiseerde’-diëtisten, naar analogie van het laddersysteem bij verpleegkundigen. Dit zou een oplossing kunnen bieden om overmatige regulering te voorkomen en multidisciplinaire samenwerking te bevorderen.

Reactie van Minister Vandenbroucke

Minister Vandenbroucke erkende dat de huidige zorgtrajecten binnen de conventie eetstoornissen nog onvoldoende zijn en niet volledig aansluiten bij de wensen van diëtisten. Hij gaf aan dat hij zich verder wil verdiepen in hun werk en stelde een werkbezoek voor aan de praktijk van Annelies Van Driessche.

Werkbezoek aan Annelies Van Driessche bij Praktijk Eetwijs (10/10).

De minister ging op werkbezoek bij de praktijk Eetwijs in Leuven. Tijdens deze voormiddag kregen de minister en zijn kabinetsmedewerker een duidelijk beeld van de werking van een diëtiste die cliënten met eetstoornissen begeleidt. Er werd besproken wat de begeleiding inhoudt, wie erbij betrokken is, hoe de context van de cliënt wordt begeleid en hoeveel tijd en energie dit vraagt.

Ervaringsdeskundigen, waaronder een cliënt en de moeder van een cliënt, deelden hun persoonlijke ervaringen met de minister. Daarna volgde een gesprek met het MAST van Leuven. 

Verduidelijking en opheldering

Tijdens het werkbezoek werden enkele cruciale verduidelijkingen gegeven: 

  1. Er zijn geen minimaal aantal uren vereist om in de conventie te stappen. Er wordt enkel gevraagd een inschatting te maken van het aantal cliënten dat je binnen de conventie kan begeleiden op jaarbasis. 
  2. Niet-geconventioneerde diëtisten kunnen ook beroep doen op de ondersteuning van het MAST, al kan dit per team verschillen.

Het debat blijft open. 
Aan de onderhandeltafel blijven we de uitdagingen waarmee diëtisten te maken hebben, vertalen naar oplossingen, met de wil om samen naar manieren te zoeken waarop de conventie succesvol kan werken.