Terug

Voeding & diëtetiek

juli - augustus 2024

Als VBVD-lid ben je automatisch geabonneerd

Niet-VBVD-leden kunnen zich abonneren voor slechts € 75 per jaar incl. digitale toegang.

Een los nummer bestellen? Dat kan! Voor een recent exemplaar (minder dan 6 maand na uitgave) betaal je € 12,50 voor oudere nummers € 3,00
(+ verzendkosten: € 5 naar België, € 8 buiten België).

Het artikel dat je zoekt niet gevonden? Of staat het in een ouder tijdschrift? Aarzel niet om ons te contacteren en wij zoeken het voor je op.

Contacteer het secretariaat

1.    Editoriaal Hoofdredactrice Britt Van de Voorde
Inleiding 

2.    Kort Nieuws
Deze rubriek bevat meer informatie over de nieuwe zorgtrajecten rond obesitas bij kinderen en rond de zorgtrajecten eetstoornissen.

3.    Oproep
In deze rubriek kan een oproep terugvinden voor het project Ratatouille  

4.    Eerstelijnszone: Interprofessionele training rond Beweging op Verwijzing en Halt2DiabetesVIVEL
Het artikel bespreekt een interprofessionele training gericht op de preventiemethodieken Bewegen Op Verwijzing en HALT2Diabetes, bedoeld voor zorg- en welzijnsprofessionals in Vlaanderen. Deze training, georganiseerd door VIVEL, combineert een e-learningmodule met praktische workshops en terugkommomenten in vijf eerstelijnszones. De training biedt waardevolle inzichten voor diëtisten en andere eerstelijnsactoren om patiënten te ondersteunen bij een gezonde leefstijl en diabetespreventie. De training richt zich op zowel theorie als praktijk en helpt professionals bij het begrijpen en toepassen van deze methodieken in hun werk. Er is veel aandacht voor het aanleren van motiverende gespreksvoering, essentieel voor het begeleiden van patiënten naar een gezondere leefstijl. De methodieken kunnen afzonderlijk of gecombineerd worden ingezet, wat voordelen biedt voor een multidisciplinaire aanpak en efficiëntere zorg. De training is positief ontvangen door diëtisten die deelnemen en wordt geëvalueerd voor een mogelijke bredere uitrol in 2025. Zorgprofessionals kunnen deelnemen aan de e-learning en aanvullende informatie vinden via digitale factsheets, die ontworpen zijn om de implementatie van deze preventiemethodieken te ondersteunen.

5.    Factsheet: Hoe stimuleer je jongeren om gezond te eten? 7 tipsLaura Vandeweghe Vlaams Instituut Gezond Leven vzw
Het artikel biedt professionals zeven praktische tips om jongeren te stimuleren gezonder te eten, ondanks de uitdagingen van de adolescentie. Jongeren worden tijdens deze fase sterk beïnvloed door hun leeftijdsgenoten en de verleidingen van ongezonde voeding, terwijl hun hersenen nog in ontwikkeling zijn, waardoor ze minder impulsbeheersing hebben. De tips richten zich op het toegankelijk maken van gezonde voeding thuis, het betrekken van jongeren bij maaltijdbereiding, het opstellen van duidelijke maar haalbare regels, en het samen aan tafel eten op vaste momenten. Ook wordt benadrukt dat jongeren leren kritisch om te gaan met voedselreclame, en dat variatie in het menu belangrijk is om een eenzijdig eetpatroon te voorkomen. Daarnaast wordt ouders aangeraden om ongezonde voeding niet volledig te verbieden, maar jongeren te leren hier bewust mee om te gaan. Het doel is om jongeren autonoom te motiveren voor gezonde keuzes, zodat ze ook op latere leeftijd een gezond eetpatroon blijven aanhouden. De tips zijn bedoeld om ouders te ondersteunen bij het positief beïnvloeden van het eetgedrag van hun kinderen tijdens deze kritieke ontwikkelingsfase

6.    Hoofdartikel: ARFIDEetexpert vzw
ARFID is het Engelstalige acroniem voor de vermijdende/restrictieve voedselinnamestoornis. Personen met ARFID eten te weinig, te eenzijdig of beide. In tegenstelling tot andere eetstoornissen, is er in geval van ARFID geen sprake van een verstoord zelfbeeld als drijfveer achter de beperkte/verstoorde voedselinname. Een voortdurend verstoorde voedingsinname brengt heel wat gevolgen met zich mee. Patiënten met ARFID kunnen zowel ondergewicht, overgewicht als een normaal gewicht hebben. Daarnaast zijn voedingstekorten geen zeldzaam gegeven bij patiënten met ARFID. Ook lopen ze risico op psychosociale problemen zoals verstoringen op sociaal vlak, schools functioneren en kan het een bron van conflict vormen binnen het gezin. Algemeen kan de behandeling van ARFID beschreven worden als een vorm van psychologische gedragstherapie, gecombineerd met een behandeling gericht op voeding en de mogelijk aanwezige comorbiditeiten. Deze aanpak vereist een multidisciplinair team waar ook de diëtist deel van uitmaakt. Omwille van het groeiende aantal aanmeldingen rond ARFID bij de verwijslijn van Eetexpert, werden door Eetexpert enkele initiatieven genomen om het hulpverlenerslandschap rond ARFID meer gedetailleerd in kaart te brengen. Omdat er nog geen specifieke aanbevelingen rond ARFID terug te vinden zijn in wetenschappelijke richtlijnen, zal in een volgende fase gewerkt worden aan een wetenschappelijk onderbouwd stappenplan voor de multidisciplinaire behandeling van ARFID.

7.    Uitgeklaard: Mildere vormen van eetproblemen bij kinderenRolinde Demeyer
Het artikel bespreekt milde eetproblemen bij kinderen, zoals selectief eten, wat vaak voorkomt bij peuters en kleuters. Selectief eten piekt tussen 2 en 6 jaar door neofobie (angst voor nieuw voedsel) en de drang naar autonomie. Persoonlijkheidskenmerken, gevoeligheid voor smaken en texturen, en medische voorgeschiedenis kunnen bijdragen aan selectief eten. Ouders maken zich vaak zorgen over voedingsstoffen, maar bij milde selectieve eters zijn de gezondheidsrisico’s meestal laag. Belangrijke voedingsstoffen om op te letten zijn vezels en ijzer. Het is cruciaal om een negatieve spiraal van druk en weerstand te vermijden. Druk om te eten kan leiden tot meer weerstand bij kinderen. Rust en positieve ervaringen tijdens maaltijden helpen kinderen nieuwe voedingsmiddelen te accepteren.Het artikel benadrukt het belang van een voorspelbare eetstructuur en het respecteren van de honger- en verzadigingssignalen van kinderen. Ouders bepalen wat, waar en wanneer er gegeten wordt, terwijl kinderen bepalen hoeveel en wat ze eten van het aangeboden voedsel. Het bieden van leerkansen zonder druk is essentieel om kinderen nieuwe voedingsmiddelen te laten ontdekken. Zorgverleners spelen een belangrijke rol in het doorbreken van de negatieve spiraal door ouders te informeren en gerust te stellen.

8.    Cochrane Corner: Preventie van obesitas bij kinderen tussen 5 en 11 jaar
Het artikel van Cochrane Corner onderzoekt de effectiviteit van interventies die gericht zijn op het aanpassen van voeding en/of fysieke activiteit om obesitas bij kinderen van 5 tot 11 jaar te voorkomen. De systematische review omvatte 172 studies met meer dan 180.000 kinderen, die voornamelijk op scholen werden uitgevoerd. Interventies die gericht zijn op gezond eetgedrag zijn meestal multi-component interventies. Deze interventies hebben weinig tot geen effect op de BMI op korte, middellange of lange termijn. Enkele studies rapporteerden ernstige neveneffecten zoals allergieën en gedragsproblemen, maar het bewijs hiervoor is zeer laag.Interventies die gericht zijn op fysieke activiteit zijn minder vaak multi-component interventies. Deze interventies laten een kleine reductie in BMI zien op middellange termijn, maar hebben weinig tot geen effect op korte of lange termijn. Enkele neveneffecten zoals spier- of gewrichtsletsels werden gerapporteerd, maar het bewijs hiervoor is laag. Combinaties van interventies gericht op zowel eetgedrag als fysieke activiteit zijn meestal multi-component interventies. Deze interventies laten een kleine reductie in BMI zien op korte en middellange termijn, maar hebben weinig tot geen effect op lange termijn. Enkele neveneffecten zoals letsels en extreem dieetgedrag werden gerapporteerd, maar het bewijs hiervoor is laag. De conclusie van het artikel is dat interventies op school die gericht zijn op fysieke activiteit, al dan niet gecombineerd met gezond eetgedrag, mogelijk een klein positief effect hebben op het voorkomen van obesitas op korte en middellange termijn, maar niet op lange termijn. Er is verder onderzoek en structurele veranderingen nodig om effectievere resultaten te bereiken.

9.    Cebam Digital Library for Healt: Dynamed ® - Sofie Josssens en Nena Van Hemelryck van de Commissie evidence based diëtetiek VBVD
Het artikel bespreekt de rol van de Cebam Digital Library for Health (CDLH) en de databank DynaMed® in het ondersteunen van evidence-based practice (EBP) voor diëtisten. EBP combineert de expertise van de diëtist met de beste beschikbare informatie en de input van de patiënt. CDLH biedt toegang tot diverse wetenschappelijke bronnen, waaronder DynaMed®, die klinisch relevante en onderbouwde informatie biedt voor zorgprofessionals.
DynaMed® werd opgericht door Dr. Brian Alper en is ontworpen om zorgprofessionals te helpen bij het beantwoorden van praktijkvragen tijdens consultaties. De aanbevelingen in DynaMed® zijn gebaseerd op een systematische beoordeling van de literatuur en worden dagelijks geüpdatet. De databank bevat meer dan 40 onderwerpen, waaronder obesitas, diabetes, hart- en vaatziekten, en voedingsadvies bij specifieke aandoeningen zoals de ziekte van Alzheimer.
De aanbevelingen in DynaMed® worden geclassificeerd op basis van bewijskracht, variërend van niveau 1 (waarschijnlijk betrouwbaar) tot niveau 3 (zonder direct bewijs). De databank biedt een gestructureerde manier om informatie te vinden, wat nuttig is tijdens consultaties. Hoewel de aanbevelingen in een Amerikaanse context zijn geschreven, kunnen ze met een kritische blik worden toegepast in de Vlaamse diëtistenpraktijk.
Het artikel concludeert dat DynaMed® een waardevolle bron kan zijn voor diëtisten, mits ze ervaren zijn in het gebruik ervan. Het loont de moeite om de databank uit te proberen en ervaring op te doen om te bepalen of deze een meerwaarde biedt voor de praktijk.

10.    Diëtist aan het werkTools4Kids
Het artikel bespreekt het werk van kinderdiëtisten Leonie van der Kruk en Esther van Ruijven, die samen Tools4kids hebben opgericht. Dit innovatieve bedrijf ontwikkelt educatieve en voorlichtende materialen voor kinderen en hun ouders, met als doel complexe medische informatie begrijpelijk en toegankelijk te maken.
Tools4kids biedt verschillende creatieve 3D-materialen aan. Een van deze materialen is de energiebalk, een handig hulpmiddel om kinderen te laten zien hoeveel energie verschillende voedingsproducten bevatten. Dit maakt het begrip van calorieën en voedingswaarde visueel en tastbaar. Daarnaast zijn er groente- en fruitkaartjes, waarmee kinderen spelenderwijs over gezonde voeding leren. Ze kunnen de kaartjes sorteren op kleur, vorm of seizoen, terwijl ze meer te weten komen over de voordelen van groenten en fruit. Een ander interactief spel is het reukpotjes en voelzakjes spel, dat de zintuigen van kinderen prikkelt. Ze kunnen verschillende geuren en texturen ervaren en zo meer leren over voedsel en gezondheid.
Deze materialen zijn belangrijk omdat ze kinderen actief betrekken bij hun eigen gezondheid. Door gebruik te maken van creatieve 3D-materialen kunnen kinderen zelf ontdekken en leren, wat hun begrip vergroot. Ook ouders worden geïnformeerd; ze kunnen samen met hun kinderen de materialen verkennen en zo beter begrijpen wat er speelt bij bepaalde gezondheidskwesties. Tools4kids bevordert het concept van “samen beslissen” tussen ouders, kinderen en medische professionals. Door visuele hulpmiddelen te gebruiken, kunnen gezinnen weloverwogen keuzes maken.
Tools4kids blijft innoveren en werkt aan nieuwe materialen en interactieve tools. Ze ontwikkelen bijvoorbeeld materiaal voor kinderen met allergieën, eczeem, buikpijn en prikkelbaredarmsyndroom. Ook streven ze ernaar om hun concepten zo duurzaam mogelijk te ontwerpen en fabriceren. Voor meer informatie en de nieuwste ontwikkelingen kun je de Tools4kids-website bezoeken. Er is ook een kortingscode beschikbaar voor 10% korting op bestellingen tot 1 november 2024: S7QC2TZZ.

11.    Bachelorproef: Multidisciplinaire aanpak van eetproblemen en ARFID bij kinderen
Het artikel, geschreven door Fona Grauwels, Caroline Hamblok en Lies Loosvelt van de Thomas More Hogeschool, bespreekt de multidisciplinaire aanpak van eetproblemen en ARFID (avoidant/restrictive food intake disorder) bij kinderen. Eetproblemen zoals selectief eten, voedselaversie en voedselweigering kunnen de fysieke en psychosociale ontwikkeling van kinderen ernstig beïnvloeden. De prevalentie van deze problemen varieert sterk, en ongeveer 10% van de kinderen met ernstige eetproblemen heeft professionele hulp nodig.
Het doel van de bachelorproef was het ontwikkelen van een toolbox met psycho-educatief materiaal voor de behandeling van eetproblemen en ARFID bij kinderen van 6 tot 12 jaar. Deze toolbox is bedoeld voor gebruik door verschillende zorgverleners, zoals diëtisten, psychologen en logopedisten. De belangrijkste behandelmethoden zijn cognitieve gedragstherapie, psycho-educatie en family-based therapie.
De auteurs voerden een literatuurstudie uit en bevroegen het werkveld via vragenlijsten en interviews. Op basis hiervan selecteerden ze bestaande materialen en ontwikkelden ze nieuw materiaal, zoals “Vilten Sam”, een model dat het eetproces en de betrokken zintuigen en organen visueel voorstelt. Dit materiaal werd getest in de praktijk en aangepast op basis van feedback. Toekomstige plannen omvatten het aanbieden van digitale versies en het vergroten van de toegankelijkheid van het materiaal om een breder publiek te bereiken.

12.    Verslag VBVD lentesymposium Hartgezondheid Tijl Bertels 
Het verslag van het VBVD Lentesymposium Hartgezondheid, gehouden op 23 april 2024, biedt een uitgebreid overzicht van verschillende presentaties en discussies over hartgezondheid. Hier zijn de belangrijkste punten:

  1. Zelfmanagement van de patiënt:
    o    Leia Vrancken, klinisch psycholoog, benadrukte het belang van zelfmanagement bij patiënten. Door de expertise van de patiënt over zijn leefsituatie te combineren met de kennis van zorgverleners, kunnen betere resultaten worden behaald. Persoonsgerichte zorg richt zich niet alleen op lichamelijke noden, maar ook op psychologische basisbehoeften zoals autonomie, verbondenheid en competentie.
  2. Voeding en hartgezondheid:
    o    Martijn Maes, diëtist, presenteerde verschillende studies over de impact van voeding op hart- en vaatziekten. Hij besprak de negatieve effecten van frisdranken en bewerkt vlees, en de positieve effecten van notenconsumptie. Hij concludeerde dat de huidige voedingsdriehoek goed is afgestemd op bestaande studies.
  3. Voeding rond chirurgische ingrepen:
    o    Prof. Dr. Elisabeth de Waele van het UZ Brussel benadrukte het belang van aangepaste voeding voor en na chirurgische ingrepen. Ze besprak de risico’s van malnutritie bij patiënten met een verhoogde BMI en het belang van voldoende eiwitintake voor betere wondgenezing.
  4. Hartproblemen bij sporters:
    o    Servaas Bingé, sport- en lifestylearts, besprak de verschillende oorzaken van hartproblemen bij sporters jonger en ouder dan 35 jaar. Hij pleitte voor jaarlijkse sportkeuringen om hartaanvallen te voorkomen.
  5. Reanimatie:
    o    Stef Van Lee, verpleegkundige, gaf een uitgebreide uitleg over de do’s en don’ts bij reanimatie. Hij benadrukte het belang van de 30-2 techniek en het gebruik van AED-toestellen om de overlevingskans bij hartstilstand te verhogen.
    Het symposium bood een waardevolle gelegenheid voor professionals om kennis te delen en nieuwe ontwikkelingen te bespreken.

13.    Tools voor diëtisten: kinderhand en portiespel NUBEL tool
Het artikel bespreekt de tools die Nubel heeft ontwikkeld om diëtisten en consumenten te helpen bij het bevorderen van een gezonde levensstijl. Nubel, gespecialiseerd in voedingsgegevens sinds 1990, biedt tools zoals het “Kinderhand- en portiespel” en “Je hand, je porties!” aan. Deze hulpmiddelen vertalen voedingsaanbevelingen naar porties die met de handen worden uitgedrukt, wat het begrip van voedselconsumptie visueel en tastbaar maakt voor kinderen en tieners.
Het “Kinderhand- en portiespel” is bedoeld voor kinderen van 3 tot 12 jaar en helpt hen de grootte van voedselporties te begrijpen met behulp van hun handen. Dit spel bevordert goede eetgewoonten vanaf jonge leeftijd. Voor tieners is er “Je hand, je porties!”, dat dezelfde logica volgt maar aangepast is aan oudere kinderen.
Naast deze tools beheert Nubel de Belgische Voedingsmiddelentabel, een referentie-instrument voor voedingsprofessionals en consumenten. Deze tabel bevat gedetailleerde informatie over de voedingswaarde van voedingsmiddelen op de Belgische markt.
Nubel biedt ook educatieve hulpmiddelen zoals een voedingsplanner, een educatief spel genaamd “Nutrition Panic”, en diverse video’s en infographics. Deze tools zijn ontworpen om consumenten te helpen bij het maken van gezondere voedingskeuzes en om professionals te ondersteunen in hun praktijk.

14.    Tools voor diëtisten: Gezond gebeten van kleuter tot adolesent NICE info
Het artikel bespreekt de ondersteunende toolboxen die NICE heeft ontwikkeld voor diëtisten om gezonde eetgewoonten bij kinderen en jongeren te bevorderen. NICE heeft informatie- en sensibilisatiemateriaal gebundeld in drie toolboxen, gericht op verschillende leeftijdsgroepen: kleuters, kinderen van 6 tot 12 jaar, en jongeren van 12 tot 18 jaar. Deze toolboxen zijn ontwikkeld in samenwerking met het Vlaams Instituut Gezond Leven, Eetexpert, de Vlaamse Vereniging Kindergeneeskunde en de Vlaamse Beroepsvereniging van Diëtisten.
Voor kleuters bevat de toolbox speelse eetvriendjes en een online drag-and-drop-spelletje om hen te betrekken bij gezond eten. Voor kinderen van 6 tot 12 jaar zijn er de Yummies, personages die door middel van een weetjesboek en ontdekspelletjes kinderen spelenderwijs leren over gezonde voeding. Voor jongeren biedt de toolbox informatie over het verband tussen voeding en gezondheid, met thema’s zoals energie tanken, #socialsnacken en foodexperimenten.
Elke toolbox bevat een factsheet met algemene voedingsaanbevelingen, aandachtspunten aan tafel, en extra tips van experts. Het materiaal is gratis beschikbaar via de NICE-website en is bedoeld om zorgverleners te ondersteunen bij het begeleiden van ouders en opvoeders met vragen over gezonde voeding en eetgedrag bij kinderen en jongeren.

15.    Voor u gelezen: Kameleon lust geen kleur Kris Gillis
Het artikel bespreekt het boek “Kameleon lust geen kleur” van Lynn Pinsart en Vicky De Beule, met illustraties van Henk van der Gugten. Het boek vertelt het verhaal van een jonge kameleon die, in tegenstelling tot zijn soortgenoten, helemaal wit is omdat hij geen kleuren lust en daarom geen voedsel durft te proeven. Door kleine stapjes te nemen en nieuwe smaken te ontdekken, leert de kameleon langzaamaan de schoonheid van kleuren en smaken kennen.
Het boek moedigt kinderen aan om speels en zonder druk nieuwe smaken te ontdekken en helpt ouders, familie en opvoeders om kinderen te ondersteunen in dit proces. Het centrale thema is het overwinnen van angst en het stimuleren van nieuwsgierigheid en openheid voor nieuwe ervaringen, vooral op het gebied van voeding. De levendige en uitnodigende illustraties prikkelen de verbeelding van kinderen en ondersteunen het verhaal op een visueel aantrekkelijke manier.
Aan het einde van het boek geeft kinderdiëtist Vicky De Beule praktische tips en tricks voor ouders en opvoeders om kinderen op een speelse en positieve manier kennis te laten maken met verschillende smaken en voedingsmiddelen. Het boek is een waardevol hulpmiddel voor gezinnen die worstelen met ‘moeilijke’ eters en biedt zowel een leuk verhaal als nuttige adviezen. Leden van de VBVD kunnen het boek met korting aanschaffen.

16.    Voor u gelezen: Eet gewoon – Celine Verreeck
Het artikel bespreekt het boek “Een eetstoornis. En nu? Eet gewoon” van Leen Seminck, een erkend diëtist en ACT-therapeut. Het boek richt zich op het begrijpelijk maken van eetstoornissen voor zowel patiënten als hun sociale omgeving. Leen Seminck, die zelf ervaring heeft met eetstoornissen, behandelt verschillende thema’s zoals soorten eetstoornissen, faalangst, soorten therapie, perfectionisme en compenseren. Ze biedt duidelijke tips en oefeningen om eetstoornissen in kaart te brengen, dierbaren te ondersteunen en zelf aan de slag te gaan.
Het boek bevat dagboekfragmenten van Leens eigen opname in een eetstoorniscentrum en casussen uit de praktijk, wat de theorie over eetstoornissen visualiseert. Deze fragmenten bieden inzicht in het ziektebeeld, angsten en gedachtegang van mensen met een eetstoornis. Een hoofdstuk is gewijd aan soorten therapie en behandelingsmogelijkheden, waarbij de noodzaak van multidisciplinair werken wordt benadrukt. Leen bespreekt ook de invloed van de dieetcultuur in de maatschappij, die eetgestoord gedrag kan normaliseren en onopgemerkt kan laten.
Het boek is een oproep om aan de slag te gaan en niet te settelen voor een leven met een eetstoornis. Het is waardevol voor zowel personen met een eetstoornis als hun omgeving, en biedt ook nuttige kennis en tips voor gespecialiseerde diëtisten.

17.    Voor u gelezen: Thijs en Trees leren etenAin De Borger
Het artikel bespreekt het boek “Thijs en Trees leren eten” van Rita Maris en Michel Wolfs, dat een van de eerste hulpmiddelen biedt voor ouders om ARFID (Avoidant/Restrictive Food Intake Disorder) bij kinderen aan te pakken. ARFID is een eetstoornis die recentelijk is erkend in de DSM-V en varieert in ernst, met grote impact op de sociale, fysieke en mentale gezondheid van patiënten.
Het boek is vooral nuttig voor ouders van ‘moeilijke eters’ en biedt een overzicht van stappen die thuis kunnen worden ondernomen om kinderen te leren eten. Het bevat kleurrijke afbeeldingen en extra documenten zoals proeflijsten, kleurprenten en een eetdiploma, die direct inzetbaar zijn. Een opvallend hulpmiddel is de spanningsmeter, die kinderen helpt om stress bij het proeven van nieuwe voedingsmiddelen te normaliseren en te begrijpen.
De recensie benadrukt dat het boek voorspelbaarheid en veiligheid biedt bij het introduceren van nieuwe voedingsmiddelen, wat het traject voor kinderen behapbaarder maakt. Het boek is geschikt voor kinderen tot ongeveer 7 jaar en kan ouders helpen zich minder hulpeloos te voelen door hen een duidelijk kader te bieden.
De recensie concludeert dat hoewel het boek niet de oplossing is voor alle kinderen met ARFID, het een waardevolle basis vormt voor ouders, leraren en zorgverleners die kinderen begeleiden naar een gezond eetpatroon.